Nu Sophie weer terug is naar Nederland heb ik het ook wel gezien in Disneyworld. De snelste manier om er weer tussenuit te knijpen is met het vliegend tapijt. Dan hebben eventuele bewakers meteen het nakijken. eens even zien. Hier op het pleintje dan maar. Niemand heeft iets in de gaten. Het karafje op zijn kop en hop, daar ligt het tapijt alweer. Heel attent, er ligt weer een vers kluifje bij. Het vliegen gaat tenslotte toch vanzelf. Installeren maar, dan gaat het opstijgen vanzelf. Zo ging het tenslotte altijd.
Oei, daar komen een paar bewakers op me af lopen. Het lijkt er sterk op dat ze mij moeten hebben. Kom op nou, de lucht in. Waar wachten we nog op. Abdullah, hellup! Whoa, daar ga ik. Eindelijk. Ik krijg een raar gevoel in mijn maag. Zo'n wilde opstijging had ik nog niet meegemaakt. Maar ik ben weer in de lucht en uit het park. De kluif laat ik zodoende maar even voor wat 'ie is. Gek eigenlijk, als ik alleen op het kleed zit is het volgens mij ook kleiner. Wat een magie past er allemaal in zo'n karafje. Maar niet over nadenken. Genieten maar weer van het uitzicht. We zijn niet elke dag toerist in Hong Kong tenslotte. Ik vlieg nu boven water en nader de Lantou island Bridge. Roetsj, vlak boven mijn hoofd langs zoeft een cabine voorbij aan een kabelbaan. Die automatische piloot heeft 'net mis is ook mis' als motto geloof ik. Ach ik zit er nog, dus vooruit maar. Maar ik heb wel weer zin om te gaan landen. De landing wordt gelijk alweer ingezet. De kracht van de gedachte komt het best tot zijn recht bij het onbegrensde denken, zoiets hoorde ik Abdullah eens orakelen. Het is hier prachtig zeg. Jammer dat Lindy er niet is. Volgens mij zou ze dit uitzicht geweldig vinden. Ze heeft het altijd maar over thuis. Ze is misschien meer het type voor een korte vakantie. Die laatste reis duurde voor haar veel te lang. Als dat thuiszitten haar ooit mocht gaan vervelen zal ik haar vanzelf wel weer horen. Voor reizen moet je bij Robbie zijn. Effe zitten hoor, best wel een klim dit. En waar gaat het heen? Ik ga maar weer terug. Dat water trekt me meer. Je ziet hier ook werkelijk van alles op het water. van hopeloos ouderwets tot ultramodern. Ik kan er ademloos naar kijken. De rust die zo'n oud schip uitstraalt. Geweldig en dan die stad op de achtergrond. Op mijn gemakje kijk ik de oude schuit na. Ze hebben de wind flink in de zeilen, dan gaat dat best nog snel hoor. Maar wat ik nu hoor aankomen gaat flink sneller. Moet je kijken! Waanzinnig, dat gaat met een noodgang. Daar moet ik het mijne van weten. Daar wil ik wel mee meevaren. Ik ben wel weer toe aan een uitdaging. Op zoek maar weer. Wie zoekt zal vinden. Een zeeschip gaat zo snel niet, dus dit moet een aparte ervaring worden. Weet je wat, ik ga mar weer op het tapijt zitten. Anders ben ik straks uren aan het wandelen. Grote kans dat dat schip niet meer uitvaart als ik dan eindelijk de opstapplaats gevonden heb. Om over pijnlijke voetkussentjes nog maar te zwijgen. Al snel beweeg ik me weer met grote snelheid door het luchtruim. Even denk ik het schip te zien. Als ik dichterbij kom is dat echter wel een erg groot exemplaar. Het is een heus cruiseschip. Die zal zo snel niet gaan. wat een drijvend hotel zeg.
Mij te groot hoor. Even later zie ik een rij mensen staan bij een steiger naar een veel kleiner schip. Dat lijkt er meer op. Ik maak snel een landing buiten zicht en voeg me stiekem bij de wachtenden. Ik sta bij een leuke jongedame in de buurt die me ineens in de gaten heeft. Dat is makkelijk hoor, zo'n hoge aaibaarheidsfactor. Ze kijkt onderzoekend naar de andere mensen om mij heen. Op zoek naar mijn baasje, wed ik. dan kunnen we aan boord. De menigte zet zich in beweging, ik blijf maar bij haar in de buurt. Het is zo'n gekrioel van mensen, dat ik bij het afrekenen over het hoofd wordt gezien. Want het is maar weer de vraag of ik dan aan boord mag.
Het meisje heeft verder geen gezelschap. De stoel naast haar blijft leeg en van die gelegenheid maak ik dankbaar gebruik. Erg spraakzaam is ze niet. Ze haalt een blikje fris uit haar tas en gaat relaxt zitten drinken. Ze heet een schattige glimlach, maar daar blijft het bij. Op haar T-shirt staat een kleurige regenboog en het woord wish. Maar wat nou haar wens is blijft een beetje vaag. Ze gaat niet tegen me praten en om niet op te vallen zeg ik ook maar niks. We varen, maar om nou te zeggen dat ik een hoge snelheidservaring heb. Nee, dat had ik eerder op de dag wel met het opstijgen. Het begint me alweer te vervelen allemaal. Het is zachtjes aan tijd om de zeehavens op te zoeken. Kijken of er nog een gezellig Maersk schip is of zo.
Oei, daar komen een paar bewakers op me af lopen. Het lijkt er sterk op dat ze mij moeten hebben. Kom op nou, de lucht in. Waar wachten we nog op. Abdullah, hellup! Whoa, daar ga ik. Eindelijk. Ik krijg een raar gevoel in mijn maag. Zo'n wilde opstijging had ik nog niet meegemaakt. Maar ik ben weer in de lucht en uit het park. De kluif laat ik zodoende maar even voor wat 'ie is. Gek eigenlijk, als ik alleen op het kleed zit is het volgens mij ook kleiner. Wat een magie past er allemaal in zo'n karafje. Maar niet over nadenken. Genieten maar weer van het uitzicht. We zijn niet elke dag toerist in Hong Kong tenslotte. Ik vlieg nu boven water en nader de Lantou island Bridge. Roetsj, vlak boven mijn hoofd langs zoeft een cabine voorbij aan een kabelbaan. Die automatische piloot heeft 'net mis is ook mis' als motto geloof ik. Ach ik zit er nog, dus vooruit maar. Maar ik heb wel weer zin om te gaan landen. De landing wordt gelijk alweer ingezet. De kracht van de gedachte komt het best tot zijn recht bij het onbegrensde denken, zoiets hoorde ik Abdullah eens orakelen. Het is hier prachtig zeg. Jammer dat Lindy er niet is. Volgens mij zou ze dit uitzicht geweldig vinden. Ze heeft het altijd maar over thuis. Ze is misschien meer het type voor een korte vakantie. Die laatste reis duurde voor haar veel te lang. Als dat thuiszitten haar ooit mocht gaan vervelen zal ik haar vanzelf wel weer horen. Voor reizen moet je bij Robbie zijn. Effe zitten hoor, best wel een klim dit. En waar gaat het heen? Ik ga maar weer terug. Dat water trekt me meer. Je ziet hier ook werkelijk van alles op het water. van hopeloos ouderwets tot ultramodern. Ik kan er ademloos naar kijken. De rust die zo'n oud schip uitstraalt. Geweldig en dan die stad op de achtergrond. Op mijn gemakje kijk ik de oude schuit na. Ze hebben de wind flink in de zeilen, dan gaat dat best nog snel hoor. Maar wat ik nu hoor aankomen gaat flink sneller. Moet je kijken! Waanzinnig, dat gaat met een noodgang. Daar moet ik het mijne van weten. Daar wil ik wel mee meevaren. Ik ben wel weer toe aan een uitdaging. Op zoek maar weer. Wie zoekt zal vinden. Een zeeschip gaat zo snel niet, dus dit moet een aparte ervaring worden. Weet je wat, ik ga mar weer op het tapijt zitten. Anders ben ik straks uren aan het wandelen. Grote kans dat dat schip niet meer uitvaart als ik dan eindelijk de opstapplaats gevonden heb. Om over pijnlijke voetkussentjes nog maar te zwijgen. Al snel beweeg ik me weer met grote snelheid door het luchtruim. Even denk ik het schip te zien. Als ik dichterbij kom is dat echter wel een erg groot exemplaar. Het is een heus cruiseschip. Die zal zo snel niet gaan. wat een drijvend hotel zeg.
Mij te groot hoor. Even later zie ik een rij mensen staan bij een steiger naar een veel kleiner schip. Dat lijkt er meer op. Ik maak snel een landing buiten zicht en voeg me stiekem bij de wachtenden. Ik sta bij een leuke jongedame in de buurt die me ineens in de gaten heeft. Dat is makkelijk hoor, zo'n hoge aaibaarheidsfactor. Ze kijkt onderzoekend naar de andere mensen om mij heen. Op zoek naar mijn baasje, wed ik. dan kunnen we aan boord. De menigte zet zich in beweging, ik blijf maar bij haar in de buurt. Het is zo'n gekrioel van mensen, dat ik bij het afrekenen over het hoofd wordt gezien. Want het is maar weer de vraag of ik dan aan boord mag.
Het meisje heeft verder geen gezelschap. De stoel naast haar blijft leeg en van die gelegenheid maak ik dankbaar gebruik. Erg spraakzaam is ze niet. Ze haalt een blikje fris uit haar tas en gaat relaxt zitten drinken. Ze heet een schattige glimlach, maar daar blijft het bij. Op haar T-shirt staat een kleurige regenboog en het woord wish. Maar wat nou haar wens is blijft een beetje vaag. Ze gaat niet tegen me praten en om niet op te vallen zeg ik ook maar niks. We varen, maar om nou te zeggen dat ik een hoge snelheidservaring heb. Nee, dat had ik eerder op de dag wel met het opstijgen. Het begint me alweer te vervelen allemaal. Het is zachtjes aan tijd om de zeehavens op te zoeken. Kijken of er nog een gezellig Maersk schip is of zo.