Friday, April 25, 2008

Robbie doet de Euromast


De reis over de Nieuwe Waterweg verloopt voorspoedig. Het is wel heel erg druk op het water hier. Op sommige plekken surf ik vlak langs aangemeerde schepen. De meeste mensen zijn zo druk bezig dat ze me niet in de gaten hebben. Het scheelt natuurlijk ook dat hun activiteiten aan de andere kant van het schip plaatshebben. Dus aan de walkant zien ze me al helemaal niet. Dan zie ik een patrijspoort open staan. Er staat een zeeman te roken. Die rare gewoonte hebben wel meer zeelui. Deze staat zo van zijn peukie en de zon te genieten dat hij me niet eens ziet. Ik laat hem maar. Je moet geen slapende mensen wakker maken. Zou dat rookverbod nou ook al op die zeeschepen gelden? Dan moeten ze toch wel rookruimtes hebben. Anders lijkt het mij dat de kans op 'man overboord' toe gaat nemen.
Achter mij is de duffe roker inmiddels nog maar zo groot als een stipje. Ik ga eerst maar weer eens aan de wal. Zo heb ik wel weer eventjes genoeg gesurfd. Ik verstop mijn surfboard onder de looplanken bij de kade. Eerst maar eens even voor de inwendige hond zorgen. Dan zien we wel weer verder. Ik keer op een beschut plekje het karafje nog maar eens om. Daar komt genoeg te smikkelen uit. Er komt ook een verrekijker uit. Die zal ik dan vanzelf wel nodig hebben. Het is tijd om de boel hier eens te verkennen. In de verte zie ik de Euromast. Euromast, rare naam eigenlijk. Zou daar het geld vandaan komen? Aan het bovenste deel van de mast zit een bewegend deel bevestigd. Ik leg de verrekijker op de bolder en ga zo de boel eens van dichtbij bekijken. Ben ik nou gek of zie ik mensen hangen aan de Euromast? Daar moet ik het mijne van hebben. Maar even het water oversteken, dan kan ik het van dichtbij bekijken. Dat wordt even flink laveren tussen al die schepen hier. Zeeschepen, binnenschepen, alles krioelt hier door elkaar heen. Ik kan de mensen hier midden op het water met het blote oog zien bengelen aan het bouwwerk. Als snel leg ik aan en glip ik achter wat mensen aan in de lift naar boven. Eenmaal boven kom ik Danny tegen. "Hee Robbie, nu zie ik je alweer. Ga je mee abseilen?" Geen idee waar hij het over heeft maar ik volg hem. Vol vertrouwen ga ik met hem mee het dak op. Daar zijn allerlei mensen met lange touwen in de weer. Tjonge, wat een uitzicht heb je hier. En met die malle lift kun je nog hoger komen. Danny hangt over de rand, voorzichtig klim ik over de rand bij hem op schoot. Dat geschommel vind ik maar niets. Ik keer het karafje om en in een ommezien is het vliegend tapijt onder Danny's benen. Ik stap over op het tapijt om Danny het afdalen wat makkelijker te maken. Dit tot opluchting van zijn vrouw, die van bovenaf foto's staat te maken. Op het tapijt voel ik me een stuk meer op mijn gemak. De mensen kijken naar me of ze water zien branden. Nou, dat gedoe met die touwen vind ik veel enger dan mijn oude vertrouwde tapijtje. Het zijn trouwens niet alleen stoere mannen die de klim wagen. Vrouwen zijn er ook bij. Hoogtevrees moet je niet hebben. In het restaurant zitten mensen gebiologeerd naar buiten te kijken. Een man zit zo verwonderd naar me te kijken dat hij het drankje uit zijn glas laat lopen zonder dat hij het in de gaten heeft. Ik ga maar snel wat lager vliegen. Beneden in de stad hebben ze geen aandacht voor de klauterpartijen. Ze zijn er blijkbaar aan gewend. Mensen kijken sowieso niet zoveel om zich heen. Ze leven allemaal in hun eigen wereldje. Tja, de wereld om je heen. Daar moet je een neus voor hebben. Danny is inmiddels beneden aangekomen. We nemen afscheid en ik zet weer koers naar mijn surfboard. Dat ligt nog keurig op de plek waar ik het verstopt heb. Ik ga eerst maar eens wandelen door het park hier bij de Euromast. Sophie moet hier ergens in de stad zijn. Maar ik heb geen idee hoe ik ze moet gaan vinden. Maar volgens Abdullah gaan dat soort dingen vanzelf. Dus ik zal me verder maar niet druk maken. Het is in ieder geval leuk dat ik Danny weer eens gezien heb. Ik zie vanzelf wel wie of wat hierna aan de beurt gaat komen.

Sunday, April 13, 2008

Robbie doet Rotterdam

In de haven van Hong Kong was een Maersk schip snel gevonden. Met de Ebba Maersk ben ik in no time in Rotterdam aangekomen. In de avond arriveren we in Rotterdam. Dat levert prachtige beelden op. Eindelijk kom ik Danny Cornelissen tegen. Die leverde al heel wat foto's voor dit blog. We hadden tot nog toe alleen contact via email. Hij is stomverbaasd dat ik echt een hond ben. Nou, ik niet natuurlijk. Hij dacht met mijn baasje te mailen die zich als hond voordeed. Wie meer foto's van Danny wil zien hoeft maar te surfen naar www.portpictures.nl honderden prachtige havenfoto's zijn daar te vinden.
Genoeg daarover, het is de hoogste tijd voor avontuur. Ik struin langs kades van lange slierten van haventerreinen. Dan vind ik een aangespoeld surfboard. Er mankeert helemaal niets aan. Ik besluit dat dit een mooi vervoermiddel is om de haven te verkennen. Voorzichtig ga ik er op staan. Het board drijft uitstekend, nu nog varen.
Dan bedenk ik me de woorden van Abdullah, "Alles wat je ooit nodig hebt komt uit het karafje om je nek". Ik sleep het board de kant op en houd het karafje ondersteboven. Het vliegende tapijt komt eruit gezeild, in de vorm van de onderkant van het board. Ik draai het board om en leg het tapijt erop. Als een magneet kleeft het tapijt aan het surfboard. Nogmaals te water. Ik ga weer met mijn zeemansbenen op het surfboard staan en weg ben ik. Met een lekker gangetje vaar ik richting de bewoonde wereld. Wat een enorme haven is dit toch. En straks met die tweede Maasvlakte wordt het nog groter. Op de meeste schepen die ik passeer hebben ze me niet eens in de gaten. Of ze willen me niet zien. Een surfende hond, dat kan natuurlijk niet. De Filipino's reageren wel enthousiast. "Hello doggie!", klinkt het dan. En ze zwaaien of hun leven er van af hangt. Als dank geef ik een paar flinke 'blaffen'. Dan zie ik in de verte de Calandbrug opdoemen. Heb ik toch een verkeerde afslag genomen. Want dat loopt na die brug dood. Dan maar even aan wal uitpuffen en daarna aan de andere kant van de wal het water weer in. Achter dat werkeiland van Heerema dan maar de kant op. Er zitten wat mensen aan de kant in het zonnetje. Ze zijn met een camper.
Verder is hier weinig te beleven. Of er moet een flink schip langskomen. Altijd een mooi gezicht. Hier komen vaak van die enorme autoschepen voorbij.
Zo knap hoe ze die brug kunnen passeren. Dan is er echt weinig vrije ruimte over. Maar er wordt in de haven dan ook weinig aan het toeval overgelaten. Er staan aan beide zijden van die brug enorme hoge muren om de wind te breken. Want wind vangt zo'n schip wel. De slepers lijken wel notedopjes. Maar sterk zijn ze wel, anders kun je zo'n gevaarte niet slepen. Ik loop maar eens naar de overkant van deze landtong. Daar zie ik een plek waar ik makkelijk het ruime sop kan kiezen. Ik ga terug om het surfboard te halen. Ik til het op met mijn bek. het lijkt alsof het niets weegt. Dat zal wel met het tapijt te maken hebben. Handig toch, zo'n Abdullah. Ik surf weer vrolijk richting Rotterdam. Aan deze kant is het een stuk drukker. Wat een schouwspel is dat hier. Ik ga ook hier eerst maar weer eens even aan de wal. Ik heb de tijd tenslotte aan mezelf. Verhip, hier lopen ook al van die Schotse Hooglanders. Als ik me gedeisd houd en ze verder negeer is er niets aan de hand. Wat een harige beesten joh. Ik ben wel blij met mijn gladde vachtje als ik daar naar kijk. Volgens mij stikken ze van de jeuk. Lijkt me niet leuk. Kijk 'm eens krabben met zijn hoorn. En dan kun je niet overal bijkomen. Met zo'n hoorn. Ach het zal wel gaan, verder is het een relaxt beest. De stampende passerende schepen doen het beest ook al niets. Nou bij mij gaat het zeemansbloed stromen hoor. De zee blijft altijd trekken he. Maar eerst ga ik Rotterdam verder verkennen. Benieuwd of ik Sophie nog tegen ga komen.