De reis over de Nieuwe Waterweg verloopt voorspoedig. Het is wel heel erg druk op het water hier. Op sommige plekken surf ik vlak langs aangemeerde schepen. De meeste mensen zijn zo druk bezig dat ze me niet in de gaten hebben. Het scheelt natuurlijk ook dat hun activiteiten aan de andere kant van het schip plaatshebben. Dus aan de walkant zien ze me al helemaal niet. Dan zie ik een patrijspoort open staan. Er staat een zeeman te roken. Die rare gewoonte hebben wel meer zeelui. Deze staat zo van zijn peukie en de zon te genieten dat hij me niet eens ziet. Ik laat hem maar. Je moet geen slapende mensen wakker maken. Zou dat rookverbod nou ook al op die zeeschepen gelden? Dan moeten ze toch wel rookruimtes hebben. Anders lijkt het mij dat de kans op 'man overboord' toe gaat nemen.
Achter mij is de duffe roker inmiddels nog maar zo groot als een stipje. Ik ga eerst maar weer eens aan de wal. Zo heb ik wel weer eventjes genoeg gesurfd. Ik verstop mijn surfboard onder de looplanken bij de kade. Eerst maar eens even voor de inwendige hond zorgen. Dan zien we wel weer verder. Ik keer op een beschut plekje het karafje nog maar eens om. Daar komt genoeg te smikkelen uit. Er komt ook een verrekijker uit. Die zal ik dan vanzelf wel nodig hebben. Het is tijd om de boel hier eens te verkennen. In de verte zie ik de Euromast. Euromast, rare naam eigenlijk. Zou daar het geld vandaan komen? Aan het bovenste deel van de mast zit een bewegend deel bevestigd. Ik leg de verrekijker op de bolder en ga zo de boel eens van dichtbij bekijken. Ben ik nou gek of zie ik mensen hangen aan de Euromast? Daar moet ik het mijne van hebben. Maar even het water oversteken, dan kan ik het van dichtbij bekijken. Dat wordt even flink laveren tussen al die schepen hier. Zeeschepen, binnenschepen, alles krioelt hier door elkaar heen. Ik kan de mensen hier midden op het water met het blote oog zien bengelen aan het bouwwerk. Als snel leg ik aan en glip ik achter wat mensen aan in de lift naar boven. Eenmaal boven kom ik Danny tegen. "Hee Robbie, nu zie ik je alweer. Ga je mee abseilen?" Geen idee waar hij het over heeft maar ik volg hem. Vol vertrouwen ga ik met hem mee het dak op. Daar zijn allerlei mensen met lange touwen in de weer. Tjonge, wat een uitzicht heb je hier. En met die malle lift kun je nog hoger komen. Danny hangt over de rand, voorzichtig klim ik over de rand bij hem op schoot. Dat geschommel vind ik maar niets. Ik keer het karafje om en in een ommezien is het vliegend tapijt onder Danny's benen. Ik stap over op het tapijt om Danny het afdalen wat makkelijker te maken. Dit tot opluchting van zijn vrouw, die van bovenaf foto's staat te maken. Op het tapijt voel ik me een stuk meer op mijn gemak. De mensen kijken naar me of ze water zien branden. Nou, dat gedoe met die touwen vind ik veel enger dan mijn oude vertrouwde tapijtje. Het zijn trouwens niet alleen stoere mannen die de klim wagen. Vrouwen zijn er ook bij. Hoogtevrees moet je niet hebben. In het restaurant zitten mensen gebiologeerd naar buiten te kijken. Een man zit zo verwonderd naar me te kijken dat hij het drankje uit zijn glas laat lopen zonder dat hij het in de gaten heeft. Ik ga maar snel wat lager vliegen. Beneden in de stad hebben ze geen aandacht voor de klauterpartijen. Ze zijn er blijkbaar aan gewend. Mensen kijken sowieso niet zoveel om zich heen. Ze leven allemaal in hun eigen wereldje. Tja, de wereld om je heen. Daar moet je een neus voor hebben. Danny is inmiddels beneden aangekomen. We nemen afscheid en ik zet weer koers naar mijn surfboard. Dat ligt nog keurig op de plek waar ik het verstopt heb. Ik ga eerst maar eens wandelen door het park hier bij de Euromast. Sophie moet hier ergens in de stad zijn. Maar ik heb geen idee hoe ik ze moet gaan vinden. Maar volgens Abdullah gaan dat soort dingen vanzelf. Dus ik zal me verder maar niet druk maken. Het is in ieder geval leuk dat ik Danny weer eens gezien heb. Ik zie vanzelf wel wie of wat hierna aan de beurt gaat komen.
1 comment:
Kijk ff naar zondag 20 april op Bieslog
Post a Comment